Werkelijk rendement in box 3, of toch niet?

Na de uitspraak van de Hoge Raad eind 2021 over box 3, ook wel het ‘Kersttarrest’ genoemd, heeft het kabinet geprobeerd de belastingheffing in box 3 te herzien door het invoeren van de forfaitaire spaarvariant. Deze forfaitaire spaarvariant benadert de werkelijke rendementen, maar is nog steeds gebaseerd op forfaits. Het doel is om vanaf 2025 belasting te heffen over het werkelijke rendement, maar dit lijkt te ambitieus vanwege ICT-problemen bij de Belastingdienst en is uitgesteld naar 2026.

De staatssecretaris heeft recentelijk twijfels geuit over de haalbaarheid en wenselijkheid van het heffen van belasting op het werkelijke rendement vanaf 2026. Dit komt door de toenemende complexiteit voor zowel belastingbetalers als de Belastingdienst. Er wordt daarom overwogen om een nieuw forfaitair systeem in te voeren, dat beter aansluit bij werkelijke rendementen, maar nog steeds afwijkt van de realiteit. Het is dan ook de vraag of zo’n nieuwe variant de kritiek op box 3 zal wegnemen. De vraag stellen is hem waarschijnlijk beantwoorden.

Het verkleuren van het politieke landschap vorige week zal ook nog wel de nodige invloed hebben op de besluitvorming in Den Haag.

De staatssecretaris heeft toegezegd dat alle niet-bezwaarmakers aanspraak kunnen maken op de definitieve uitspraak van de rechter, ook als zij geen verzoek tot ambtshalve vermindering hebben ingediend. Verdere actie ondernemen is op dit moment dan ook niet nodig.