Het is voor mij een geregeld avondvertier om te kijken naar programma’s als Opgelicht! of Undercover in Nederland. Noem het maar het ervaren van gedeeld leed. Op het moment dat je denkt dat je de enige bent die bedonderd is, doet zo een programma wonderen. In mijn inmiddels langjarige loopbaan ben ik vele malen het slachtoffer van oplichting geweest. Vaak denk ik terug wat ik verkeerd heb gedaan en wat ik had moeten doen om de oplichting te voorkomen. Dat is wel gek, je bent slachtoffer en je voelt je schuldig. Onze business is heel toegankelijk voor oplichters. We werken immers dagelijks met mensen die overlopen van prachtige ideeën en die jou voorhouden dat jij een lucratieve rol kunt vervullen bij de realisatie van die ideeën. Wat je ook doet in de screening vooraf, je bent overgeleverd aan vertrouwen. Je doet immers eerst de klus en stuurt dan pas de factuur. Die ene, die het slecht met je voor heeft, haal je er niet zomaar uit. Daarvoor heb je iemand nodig als Jaime van Gastel, die in Amsterdam al 400 zakkenrollers heeft betrapt, omdat hij een gave bezit om deze mensen in de massa te herkennen. Hij had mij vele tienduizenden euro’s schade kunnen besparen.
Slechts het topje van de ijsberg haalt de publiciteit. De Indiase bende die duizenden Nederlanders heeft gebeld, zogenaamd namens Microsoft, om een virus van hun computer te verwijderen, is slechts door een enkeling openbaar gemaakt. De politie schat de diefstal op honderdduizenden euro’s. Dit geldt ook voor de truc met de foto van de ID-kaart of de bankpas via Whatsapp. Slachtoffers schamen zich ervoor dit te delen met anderen.
Jaime van Gastel betrapt de zakkenroller op straat en op heterdaad. De diefstal is zichtbaar. Hij filmt ze nu ook en de dieven tonen vaak huilend berouw. Toch worden veel oplichtingspraktijken door de daders niet eens als strafbaar erkend. De man die in vele landen BV’s opricht, voor enorme bedragen verplichtingen aangaat via die BV’s en die vervolgens failliet gaan, ziet zichzelf als een zakenman. Ook de “ondernemer” die een adviseur of een advocaat inschakelt om zijn problemen op te lossen en de rekening onbetaald laat, beseft niet dat hij een ordinaire dief is.
Twee gedachten komen bij me op. Gedachte 1: de schandpaal. In de Middeleeuwen een probaat middel om plegers van strafbare feiten aan het publiek te tonen. Ik heb nog wel geleerd tijdens de geschiedenislessen op de middelbare school dat dit barbaarse trekken heeft. We hebben met internet een krachtig middel in handen om elkaar te waarschuwen tegen oplichters, maar er blijkt in ons juridisch systeem een netwerk aan beschermingsregels te bestaan voor deze subjecten. Zodra ik er de tijd voor vind, ga ik onderzoeken hoe ver we hiermee zouden kunnen gaan; een meldpunt voor oplichters.
Gedachte twee sluit aan op het vorige: ik ben geen deskundige in het strafrecht, maar ik heb de stellige indruk dat er meer regels in staan die zijn gericht op de bescherming van de crimineel dan op de bescherming van het slachtoffer. Ik zag mijzelf bij elke oplichting op geen enkele wijze beschermd. De vorengenoemde TV-programma’s melden steeds dat aangifte bij de politie niets heeft opgeleverd. Mijn vrienden in de wereld van het strafrecht geven mij nog wel gelijk als ik deze frustratie uit, maar zij verdienen hun geld uiteindelijk aan die beschermingsregels voor de pleger van het strafbare feit. Ze zouden er goed aan doen hun praktijken uit te breiden met het opkomen voor de belangen van slachtoffers en de rechtspraak en de wetgever te bewegen de positie van slachtoffers te verbeteren.
0 Reacties