Wij gebruiken cookies om het webverkeer te analyseren. Er worden geen persoonsgegevens verzameld en uw bezoek wordt geanonimiseerd om uw privacy te waarborgen.
Mijn collega Barbara gaf het laatste zetje voor mijn inspiratie voor de column van deze maand. Het is kort voor de verkiezingen en Barbara stuurde mij een cartoon van een niet te ontwarren kluwen van lijntjes tussen politieke partijen wie wel en wie niet met elkaar wil samenwerken.
Ik had in een gedachtespinsel eerder een reis ondernomen naar Het Beloofde Land. Het Joodse volk was er in de bijbel al naar op zoek, omdat God dit had beloofd aan Abraham. Tijdens mijn reis bereikte ik een vijfsprong. Google Maps liet mij daar in de steek. Ik keek voor me uit en zag bij elke weg een verkeersontregelaar staan. Ik dacht laat ik eens vragen, hoewel ik op voorhand geen hoge verwachtingen had.
Mijn ervaringen met verkeersontregelaars zijn niet goed, dat proeft u al. Ik legde de eerste uit dat ik op zoek was naar het beloofde land en niet wist welke kant ik op moest. Hij vertelde mij met overtuiging dat de weg waaraan hij stond de weg was die ik moest hebben. Met mijn achterdochtige inborst ging ik toch nog maar eens bij de volgende vragen. Ik kreeg hetzelfde antwoord. Mijn achterdocht steeg. U raadt het al, de derde gaf het zelfde antwoord. Ik liet het achterwege om de overige twee nog te bevragen en keerde om. Het beloofde land bestaat 5 keer of het is een illusie, een fata morgana. Duizenden jaren na Abraham hebben de Joden het niet gevonden.
Waarom blijven ze dan toch doorzoeken?
Op mijn weg terug naar huis stopte ik om te laden en mijn honger te laven. Het enige etablissement dat nabij het laadstation beschikbaar was, was een hamburgertent. Er stonden twee mensen wachtend achter de balie, maar ik moest mijn bestelling op een groot touchscreen ingeven. Daar kon ik ook meteen betalen, een nummer pakken en gaan zitten. Dat gaf me de gelegenheid eens even rond te kijken tussen wie ik mij bevond.
3 vrachtwagenchauffeurs, erg corpulent, niet meteen de indruk gevend dat ze 's ochtend fris geschoren en gedoucht waren, met Oost-Europese accenten. Verder een gezin met twee basisschoolkinderen, die Spaanstalig waren. Een verdwaalde meneer van mijn leeftijd die niet snapte hoe hij cola moest tappen met de statiegeldbeker.
Even later kwam een groep jonge mannen binnen, ik schat ze van Noord-Afrikaanse komaf, geheel zwart gekleed en capuchons dragend. De mevrouw die mij de bestelling kwam brengen had een Aziatisch uiterlijk, was buitengewoon vriendelijk, maar sprak geen Nederlands.
Het was duidelijk. Mijn zoektocht was volkomen onnodig. Ik bevond mij al in het beloofde land. Ik hoef niet te gaan stemmen, want het is al af. Het land van Abraham.
0 Reacties