Leasefiets van de zaak; als daar maar geen brokken van komen!

Door Robert Rommelaars
Vanaf 2020 is de (lease)fiets van de zaak in de wet opgenomen. De werkgever stelt een fiets van de zaak ter beschikking aan de werknemer, en de werknemer telt 7% van de adviesprijs bij. In de praktijk levert de werknemer veelal gedurende een periode van 36 maanden een deel van zijn bruto-loon (lease-termijnen) in, in ruil voor de fiets van de zaak. De werknemer heeft overigens niet langer recht op een reiskostenvergoeding, als hij met een fiets van de zaak naar de werkplek rijdt. Maar wat eigenlijk nog gekker is, is dat de werknemer de fiets heeft betaald uit zijn bruto loon, maar er eigenlijk niets voor terug heeft gekregen! De fiets is immers nog steeds van de werkgever/leasemaatschappij!

Veel fietsregelingen hebben een bepaling opgenomen, die de werknemer in staat stelt om de fiets over te nemen tegen een geringe prijs (denk aan 15% van de koopprijs), nadat de werknemer de leasetermijnen uit het brutoloon heeft voldaan. Als de werknemer echter 15% van de koopprijs betaalt, zal de Belastingdienst zich mogelijk op het standpunt stellen, dat de werkelijke waarde hoger is en over het verschil tussen de restwaarde en overnameprijs loonheffingen naheffen. Nu is 1 fiets geen fiets! Maar een heleboel fietsen zijn een fiscaal risico. Mijn advies; kijk eens even in de kleine lettertjes van de fietsregeling!