Zoals we eigenlijk wel konden verwachten zijn de belastingplannen erg gematigd. Met een aankomend verkiezingsproces in het vizier worden er geen schokkende wetsvoorstellen gepresenteerd, enkel noodzakelijke verbeteringen aangebracht (om maar in de termen van premier Schoof te blijven). Maar dat betekent uiteraard niet dat we niks te melden hebben. Integendeel, per 1 januari 2026 treden er zelfs al een aantal wetten in werking die voortkomen uit eerdere belastingmaatregelen en plannen. Om even het geheugen op te frissen in staccato de hoofdpunten:
Overdrachtsbelasting voor verhuurde woningen (niet zijnde eigen woningen) wordt verlaagd van 10,4% naar 8%. Het verhoogde tarief van 10,4% blijft wel nog gelden voor zakelijk vastgoed.
Het btw-tarief op logies wordt verhoogd van 9% naar 21%.
De aangiftetermijn voor het doen van een aangifte erfbelasting wordt verlengd van 8 maanden naar 20 maanden. De belastingrente wordt pas verschuldigd na het verstrijken van deze 20 maanden.
Versoepeling van de voorwaarden voor de bedrijfsopvolgingsregeling oftewel de BOR.
Als we inhoudelijk naar het belastingplan 2026 gaan kijken dan zien we daar uiteraard de gebruikelijke en jaarlijkse verschuivingen in tarieven, ophogen dan wel verlagen van de schijven en de toepassingen van de verschillende heffingskortingen. Oftewel de staatsbegroting kloppend maken. Door her en der aan de knopjes te draaien, proberen we de losse eindjes (lees: tekorten) aan elkaar te knopen. Om niet in details te verzanden, beperken wij ons tot de hoofdlijnen. Waarbij toch een aantal opvallende zaken te benoemen zijn:
Pseudo eindheffing op ter beschikking stellen van een auto aan de werknemer
Per 1 januari 2027 zal naast de bijtelling voor privégebruik auto een pseudo eindheffing van 12% door de werkgever dienen te worden afgedragen over de cataloguswaarde van een auto die ter beschikking wordt gesteld aan een werknemer. Deze situatie geldt dus ook voor de DGA, die een auto op de zaak rijdt. Deze maatregel zal niet gelden voor emissievrije auto’s (dus bijv. volledig elektrisch). Deze maatregel raakt ook niet de ondernemer in de inkomstenbelasting sfeer die een auto op de zaak rijdt (die immers geen werknemer is).
Er volgt wel een overgangsrecht dat bepaald dat situaties van vóór 1 januari 2027 mogen worden gehandhaafd tot 17 september 2030. Na deze datum geldt voor alle situaties de pseudo eindheffing. De wetgeving is er natuurlijk op gericht om werkgevers te motiveren om te verduurzamen in hun wagenpark. Het vreemde hierin is echter wel dat met ingang van 1 januari 2026 de nihiltarieven voor privégebruik auto voor elektrische auto’s komt te vervallen en deze op een gelijk niveau komt met andere auto’s en dus 22% zal gaan bedragen. Het is dus belangrijk om bij afloop van contracten of het aanbieden van een auto aan de werknemer goed na te denken over de fiscale consequenties.
Schenkingen vlak voor overlijden
Schenkingen die binnen 180 dagen voor het overlijden zijn gedaan, hoeven straks niet langer dubbel te worden opgegeven. Ze hoeven alleen nog in de aangifte erfbelasting te worden opgenomen, niet meer apart in de schenkbelasting. Dit geldt voor schenkingen vanaf 180 dagen vóór 1 januari 2026.
Box 3
Opmerkelijk is dat in het Belastingplan niet wordt gerept over de wijzigingen in Box 3, met uitzondering van het kenbaar maken van de tarieven en vrijstellingen.
Het fictieve rendement op overige bezittingen wordt voor 2026 vastgesteld op 7,78% ten opzichte van 2025 5,88%. Een stijging van bijna 2%. Het belastingvrije vermogen gaat per belastingplichtige in 2026 omlaag van € 57.684 naar € 51.396.
De vermogende particulier die dus zijn geld niet op gewone spaarrekening heeft staan zal dit gaan voelen in zijn portemonnee. Uiteraard kan er een beroep worden gedaan op de Wet Tegenbewijs Regeling. Wat simpelweg inhoudt dat als je kunt aantonen dat het werkelijk rendement lager is dan het fictieve rendement dat je hier een beroep op kunt doen.
Helaas is deze wet dermate omslachtig ingeregeld, dat het in geen enkel geval tot een succesvolle actie zal leiden. Misschien is dat ook precies wat de wetgever met deze tegenbewijsregeling heeft beoogd.
Benzineaccijns
De tijdelijke accijnsverlaging op ongelode benzine, diesel en LPG die oorspronkelijk gold tot 31 december 2025 wordt nog verlengd met 1 jaar tot 31 december 2026. Voor de gemiddelde Nederlander die iets verder van de grens woont is dit voor 2026 in ieder geval nog een meevaller. Let wel: de verlenging van deze maatregel kost de staat naar verwachting zo’n 1,6 miljard euro en die zal toch op een andere manier moeten worden gecompenseerd.
Cultuur, media en sport
Het plan om het btw-tarief te verhogen naar 21% is teruggedraaid. Voor deze sectoren blijft het lage tarief van 9% gelden. Om dit te financieren wordt de inflatiecorrectie in de inkomsten- en loonbelasting in 2026 beperkt toegepast.
Overige voorstellen
We moeten bij de bovenstaande plannen wel een belangrijk voorbehoud maken. Immers het Belastingplan zal pas na het verkiezingsreces worden behandeld in de nieuwe Tweede Kamer. Vermoedelijk in december volgt de behandeling in de Eerste Kamer. Pas na akkoord van beide Kamers zijn de plannen definitief. Wie straks plaatsneemt in de nieuwe Tweede Kamer, is nog onzeker. Evenmin is duidelijk wat hun kijk op deze plannen zal zijn.
0 Reacties