• Openingstijden : maandag t/m vrijdag van 8:30 uur tot 17:00 uur
Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen

Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen

De Eerste Kamer heeft op 12 januari 2021 ingestemd met het Wetsvoorstel bedrag ineens, RVU en verlofsparen. Dit wetsvoorstel is een onderdeel is van het pensioenakkoord en moet werknemers meer keuzes geven ten aanzien van hun pensioen.

In de wet zijn drie belangrijke versoepelingen opgenomen.

Uitkering bedrag ineens Deze versoepeling geldt voor deelnemers aan een pensioenregeling.

Pensioendeelnemers krijgen onder voorwaarden de mogelijkheid om maximaal 10% van de opgebouwde waarde van het ouderdomspensioen in één keer op te nemen. Hierdoor ontstaat meer flexibiliteit ten aanzien van het pensioen, waardoor specifieke wensen in het uitgavenpatroon mogelijk worden, denk aan een aanpassing van de woning of een dure reis.

Als een pensioengerechtigde kiest voor de opname van het bedrag ineens, dan is de pensioenuitvoerder verplicht om hieraan mee te werken. Wel moet het resterende pensioen (dus na de uitbetaling van het bedrag ineens) hoger zijn dan € 503,24 bruto per jaar.

In oktober 2021 zijn de voorwaarden van de oorspronkelijke regeling aangepast. Na kritiek op de uitvoerbaarheid van de wet is er overleg geweest met de pensioenuitvoerders. Dat heeft geleid tot een voorstel voor aanpassing van deze wet, samenvattend:

  • pensioendeelnemers waarvan het pensioen ingaat in de maand waarop zij de AOW leeftijd bereiken, hebben de mogelijkheid de betaling van het bedrag ineens uit te stellen. De uitbetaling vindt dan plaats in de maand januari van het jaar daarop.
  • De uitkeringsstroom in de nieuwe wetgeving ziet er bij een uitgestelde betaling als volgt uit: vanaf pensioen: periodieke uitkering gebaseerd op 90% van het pensioenkapitaal – januari volgend op bereiken AOW leeftijd: 10% van het pensioenkapitaal bedrag ineens –aansluitend levenslang periodieke uitkering gebaseerd op 90% van het pensioenkapitaal.
  • Als de pensioendeelnemer overlijdt in de periode tussen pensionering en betaling van het (uitgestelde) bedrag ineens, wordt door pensioenuitvoerder een nabetaling gedaan aan de erven van de overleden pensioendeelnemer.

De ingangsdatum van deze versoepeling is gepland op 1-1-2023.

RVU-heffing Werkgevers krijgen door deze versoepelingen meer mogelijkheden om met hun oudere werknemers afspraken te maken over eerder stoppen met werken.

Als de werknemer in de drie jaar vóór het bereiken van de AOW-leeftijd uit dienst gaat, dan mag de werkgever een vergoeding (regeling voor vervroegde uittreding) verstrekken zonder dat hierover een heffing hoeft te worden betaald. Deze mogelijkheid geldt wel alleen als de vergoeding maximaal een netto AOW-uitkering bedraagt. In feite kan de werknemer dan maximaal drie jaar eerder AOW krijgen, betaald door de werkgever.

Deze regeling is ingegaan op 1 januari 2021 en geldt tot en met 2025. Daarna gaan werkgevers dus wel weer belasting betalen over een regeling voor vervroegde uittreding.

Verlofsparen Werknemers kunnen door de nieuwe wet meer belastingvrij verlofsparen.

Een werknemer kan extra verlofdagen opbouwen door middel van overwerk en/of ploegendiensten. Dit kon al tot vijftig verlofweken belastingvrij en is met ingang van 1 januari 2021 verdubbeld naar honderd verlofweken. Hierdoor kunnen werknemers eerder met pensioen of kunnen zij tussentijds meer verlof opnemen voor bijvoorbeeld om- en bijscholing of een sabbatical.

Barbara Spauwen
Barbara Spauwen
Auteur

Barbara is verbonden aan Tripolis als senior consultant financial planning.

0 Reacties

Geef een reactie

Uw e-mail adres wordt niet publiekelijk gemaakt.