Onlangs deed de Hoge Raad een opvallende uitspraak, die wij graag met u zouden delen. Het betreft namelijk een vraag, waar een werkgever gemakkelijk tegenaan kan lopen: hoeveel transitievergoeding moet u aan een werknemer geven, die vlak voor zijn pensioen wordt ontslagen?
In de zaak, die onlangs door de Hoge Raad beoordeeld werd, betrof het een docent, die wegens langdurige arbeidsongeschiktheid was ontslagen. De transitievergoeding, die de docent zou ontvangen, was door de kantonrechter in Eindhoven teruggebracht van ongeveer € 75.000,- naar €25.000,-. De reden hiervoor was dat de man nog minder dan twee jaar verwijderd was van zijn pensioengerechtigde leeftijd. Een volledige ontslagvergoeding zou hier “naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar” zijn, gaf de kantonrechter aan. De vergoeding staat immers niet in verhouding tot de inkomstenderving.
De Hoge Raad stelt echter dat de kantonrechter hier fout zit. Het maakt voor het toekennen van de vergoeding namelijk niet uit of iemand vlak voor zijn pensioen zit, werkloos wordt of al een andere baan heeft gevonden. Ook bij ontslag na twee jaar ziekte heeft iemand recht op de vergoeding. Een werkgever mag dus geen lagere transitievergoeding meegeven aan een werknemer, die vlak voor zijn pensioenleeftijd ontslagen wordt, zelfs als de vergoeding hoger uitvalt dan het loon dat de werknemer voor zijn pensioen nog had kunnen verdienen.
Bron: Hoge Raad der Nederlanden. ECLI:NL:HR:2018:1845. 5 oktober 2018.
0 Reacties