Tarieven overdrachtsbelasting (2023)
Op 1 januari 2021 is de startersvrijstelling (0% tarief) ingevoerd. Door deze vrijstelling betalen huizenkopers tussen de 18 en 35 jaar eenmalig geen overdrachtsbelasting als zij een woning kopen van maximaal € 440.000. De woning moet dan wel “anders dan tijdelijk” als hoofdverblijf worden gebruikt en dit moet in een verklaring worden vastgelegd.
Als de koper niet aan deze voorwaarden voor de startersvrijstelling, dan kan een tarief van 2% worden toegepast als de zelfbewoningsverklaring alsnog wordt ingevuld.
Gaat de koper de woning niet zelf anders dan tijdelijk bewonen, dan geldt het hoge tarief van 10,4%.
Nieuwe goedkeuringen
Onlangs zijn in een beleidsbesluit twee nieuwe goedkeuringen opgenomen ten aanzien van de startersvrijstelling (0%) of het 2%-tarief. Het gaat om de volgende situaties:
1. Economisch eigendom gevolgd door juridisch eigendom
De startersvrijstelling ofwel het verlaagde tarief kan wettelijk gezien niet worden toegepast als de koper eerst uitsluitend de economische eigendom van een woning krijgt en pas later het juridische eigendom. Dat gebeurt in het geval van een sleutelverklaring: de koper krijgt alvast een sleutel om te gaan verbouwen maar het juridische eigendom (passeren akte) volgt pas later.
Deze ongewenste situatie is -onder voorwaarden- weggenomen.
2. Opname in een verpleeghuis
Als twee kopers samen een woning kopen en op dat moment al duidelijk is dat één van hen wegens langdurige opname in een verpleeghuis (of soortgelijke instelling) niet of slechts tijdelijk in de woning kan gaan wonen, dan zou over de verkrijging van deze persoon 10,4% overdrachtsbelasting verschuldigd zijn.
Ook deze ongewenste situatie is weggenomen mits er voor de betreffende
koper een CIZ indicatie voor langdurige zorg is afgegeven.
0 Reacties