Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het niet in rekening brengen van rente een uitdeling vormt. In dit geval ontbreekt namelijk een zakelijk motief om rente niet in rekening te brengen. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden.
Belanghebbende houdt de helft van de aandelen in A BV, waarbij hij tot 2010 werkzaam was. Hij heeft sinds 2007 een schuld in rekening-courant aan A BV. Op deze lening wordt € 500 per maand afgelost en is hij geen rente verschuldigd. De inspecteur merkt de niet-betaalde rente (van circa € 5000 per jaar) aan als een uitdeling en belast deze lening bij belanghebbende.
Rechtbank Gelderland oordeelt vervolgens dat de inspecteur de niet-betaalde rente terecht als een uitdeling heeft aangemerkt. Volgens de rechtbank maakt de inspecteur aannemelijk dat het verschil tussen de afgesproken rente tussen belanghebbende en A BV en de rente die in zakelijke verhoudingen tussen derden zou zijn overeengekomen, dermate groot is dat beide partijen zich van deze bevoordeling bewust hadden moeten zijn. Het gelijk is dan ook aan de inspecteur.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het niet in rekening brengen van rente een uitdeling vormt. Volgens het hof ontbreekt in dit geval namelijk een zakelijk motief om van het in rekening brengen van rente af te zien. Vervolgens stelt het hof vast dat belanghebbende zich realiseert dat hij een voordeel geniet. Deze merkt tijdens de zitting namelijk op dat hij nooit kosten bij de BV declareert en daarom geen rente hoeft te betalen. Het hof bevestigt hiermee de uitspraak van de rechtbank.
De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden.
Bron: ECLI:NL:HR:2017:149 (Hoge Raad February 03, 2017).
0 Reacties