Enkele weken geleden mocht ik nog een reünieborrel bijwonen van de Rijksaccountantsdienst, waar ooit mijn carrière begon. Dat was ook meteen de mooiste tijd die ik heb beleefd. Belastingambtenaren realiseren zich onvoldoende welke beschermde status ze hebben. Met de wet in de hand trekken ze door het land, zou de Sint zeggen. Maar ze spelen geen Sinterklaas. Daarom zijn ondernemers bang voor de belastingambtenaar. In de bijbel werd hij nog tollenaar genoemd. Voor mij blijft het intrigerend om te zien hoe mijn voormalige collega’s van de belastingdienst omgaan met onze klanten.
Wij hebben dagelijks contact met de belastingdienst. We zien een groot verschil in behandeling tussen onze grote klanten en de small business. Vanuit de belastingdienst grote ondernemingen wordt gewerkt met een klantcoördinator (KC) en dat is een enorm voordeel.
Voorkom wapengekletter
De KC kent het bedrijf en coördineert de inzet van de specialisten van het behandelteam. In de loop van de jaren leren wij die specialisten ook kennen. Er ontstaat wederzijds respect en er wordt best ook gelachen. Maar als het moet kruisen we de degens en gaan we een gerechtelijke procedure niet uit de weg. Zo stonden we enige tijd geleden voor het gerechtshof in Den Bosch. Maar de sfeer blijft goed, we blijven gewoon in andere dossiers constructief met elkaar overleggen. Dat overleg is steeds meer een vooroverleg, zodat we vooraf met elkaar zekerheid scheppen over de beoordeling van een fiscaal vraagstuk en daarmee wapengekletter achteraf voorkomen. Dit vraagt om wederzijds vertrouwen. Wij moeten een eerlijk beeld schetsen van de te verwachten ontwikkelingen en de belastingdienst moet met ons zoeken naar de fiscaal vriendelijkste weg.
Wij moesten indertijd een strenge selectie doorstaan voordat we werden toegelaten tot de opleiding tot adjunct-accountant 1e klasse. Het bedrijfsleven was daarom erg geïnteresseerd in die ambtenaren vanwege hun goeie skills en opleiding. Nu komen we vooral mensen tegen die vanuit het bedrijfsleven bij de belastingdienst zijn gaan werken. De motieven liggen vaak in de persoonlijke sfeer en de beloning is dan kennelijk meer doorslaggevend. Voor de advieswereld is dit niet goed, een concurrerende overheidsdienst op de arbeidsmarkt. Het lijkt me ook lastig voor klanten omdat hun voormalige vertrouwenspersoon ineens bij de belastingdienst werkt. Ooit zij een grote klant tegen mij dat hij had gedroomd dat ik terug was gegaan naar de belastingdienst. Hij noemde het een nachtmerrie.
Understanding the business
Ik ben nog nooit een ondernemer tegengekomen die geen belasting wil betalen. Maar hun bijdrage moet zich wel beperken tot een fair share. En dat is natuurlijk zeer subjectief. Wat vindt de ondernemer een eerlijke bijdrage? Als hij slechter wordt behandeld dan de concurrent zal hij dat niet accepteren. Als hij in internationale verhoudingen dubbel moet betalen geldt datzelfde. We hebben recentelijk veel discussie gevoerd naar aanleiding van een BTW-controle waarbij de belastingdienst dreigde met grote naheffingen, terwijl we op geen enkele wijze een benadeling van de staat konden duiden. Het is na twee jaar soebatten goed afgelopen, maar de klant zit hoe dan ook met schade. Denk aan de vele uren die hijzelf en zijn financiële staf hebben moeten besteden, maar uiteraard ook de kosten van ons. Toch pleit ik hier voor eigen parochie, want zorg altijd dat je als ondernemer deskundig wordt bijgestaan. Dat betekent dat de belastingambtenaren zich zorgvuldiger gedragen, maar leidt er ook toe dat de schade beperkt blijft.
Als belastingambtenaar was ik er groot voorstander van om de fase “understanding the business” heel serieus te nemen. We ontwikkelden het zogenaamde klantbeeld en waren ons ervan bewust dat we dit klantbeeld actueel moesten houden en al onze fiscale bevindingen moesten worden geprojecteerd op dat klantbeeld. Binnen Tripolis is dat nog steeds terug te vinden. Alle consultants houden we dat bij herhaling voor. Ze hebben een natuurlijke neiging om hun eigen specialisme te verheffen tot het hemelrijk. We hebben bijvoorbeeld een strijd gevoerd met een loonbelastinginspecteur over de hoogte van het gebruikelijk loon. Hij denkt zelf dat hij de strijd heeft gewonnen en zit nog steeds na te genieten van zijn succes, terwijl zijn collega’s van de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en invordering vele uren moeten investeren om de scherven die hij heeft achtergelaten bijeen te rapen.
Ik vergelijk het graag met de orthopeed en mijn vader. Die had zijn heup gebroken en was daaraan geholpen. De orthopeed sprak ik na de operatie en ik vroeg hem hoe het was gegaan. Hij was zeer tevreden over zijn werk en verliet de kamer. Mijn vader achterlatend met een delier omdat hij ten onrechte narcose had gekregen in combinatie met de bekende ziektes van Parkinson en Alzheimer. Voor de orthopeed was mijn vader een heup.
0 Reacties