De Hoge Raad oordeelt dat een akte van levering geen factuur is. Hierdoor kan een ondernemer geen omzetbelasting verschuldigd zijn uitsluitend op grond van een vermelding van een btw-bedrag op een akte van levering. De Hoge raad komt terug op eerdere jurisprudentie.
Een transportbedrijf verkocht in de jaren 90 een perceel op een industrieterrein en verkocht en leverde een vrachtwagen. Belanghebbende stelde tijdens de levering gevestigd te zijn in het buitenland. De klanten brachten zeer waarschijnlijk de btw in aftrek, doordat in die tijd een akte van levering nog als factuur werd beschouwd conform eerdere jurisprudentie van de Hoge Raad (1989 en 1990). Ook was op die akte, volgens belanghebbende ten onrechte, btw vermeld. Vanwege het gevaar op verlies aan belastinginkomsten legde de inspecteur niet alleen een naheffingsaanslag op, maar liet direct ook invorderingsmaatregelen nemen.
De Hoge Raad oordeelt dat de akten niet kunnen worden aangemerkt als factuur. De akten zouden niet meer inhouden dan de verklaring dat de koopprijs een bepaalde som bedraagt, dat daarover btw naar het tarief van 19% verschuldigd is en dat de verkoper kwijting verleent voor de betaling van de koopprijs. Er wordt dus op een dergelijke akte geen bedrag gevorderd. Om die reden verwijst de Hoge Raad de zaak naar Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch om te onderzoeken of het klopt dat belanghebbende ten tijde van de leveringen buiten Nederland was gevestigd. Wanneer dit inderdaad het geval is, dient onderzocht te worden of op een of meer facturen melding is gemaakt van omzetbelasting.
Bron: Verstelle, Tanja. "Hoge Raad Gaat Om: Akte Van Levering Is Geen Btw-Factuur." Taxence. November 28, 2016. Accessed November 30, 2016.
0 Reacties