Zomertijd

Bron: FD, door Jean Dohmen

In de nacht van zaterdag op zondag gaat de klok weer een uurtje vooruit en gaan we alweer de zomertijd in. Al jarenlang is de zomer- en wintertijd in Europa een punt van discussie. In Nederland is de zomertijd al twee keer ingevoerd. In 1916, om energie te besparen en in 1977, om niet achter te blijven bij andere landen die destijds de zomertijd opnieuw invoerden. De eerste keer hield de zomertijd het 30 jaar vol en inmiddels staat de teller op 46 jaar.

Verzet is er altijd al geweest
In de jaren twintig van de vorige eeuw probeerde de door Arend Braat geleide Plattelandersbond, een soort voorloper van de BBB, in de Tweede Kamer een keer of vijf zonder succes de zomertijd af te schaffen. Boeren waren gewend vroeg op te staan, en het verzetten van de klok beroofde hun van een uur ochtendlicht.

Toen in 1946 de zomertijd verdween, omdat andere landen er een punt achter zetten, liep de Sociaal Economische Raad in 1968 niet warm voor een herinvoering. Het bedrijfsleven schoot er per saldo weinig mee op.

Ook de energiebesparing viel tegen. Recentere onderzoeken bevestigen dat. Amerikaanse onderzoekers concludeerden in 2009 zelfs dat zomertijd in plaats van een besparing juist tot iets meer elektriciteitsverbruik leidt. Essent zag in 2020 geen extreme verschillen bij de overgang van zomer- naar wintertijd.

Gezondheid
Het RIVM concludeerde in 2019 dat het verzetten van de klok slaapproblemen veroorzaakt. Er komen zelfs na de wisseling naar de zomertijd meer hartinfarcten voor. De wintertijd, volgens het RIVM de ‘standaardtijd’, sluit het beste aan bij het bioritme.

Allemaal redenen dus om de wisseling van de tijd af te schaffen. Echter had Europa belangrijkere dingen aan het hoofd dan discussiëren over de klok. Corona, Oorlog etc. etc..

Het plan om te stoppen met de zomer/wintertijd zit in de welbekende Brusselse diepvries waar het niet snel uitkomt. En dus gaat dit weekend, als de zomertijd begint, de klok gewoon weer vooruit.