Wel of geen naheffing BPM voor Porsche?

Gerechtshof Den Bosch heeft een naheffingsaanslag BPM, belasting van personenauto’s en motorrijwielen, vernietigd. Volgens het Hof ging de Inspecteur er ten onrechte van uit dat hier sprake was van een nieuwe auto. In hoger beroep wordt geoordeeld dat de Porsche met 3.092 kilometer op de teller een gebruikte auto is.

Belanghebbende (bv) heeft in Nederland een Porsche Carrera gekocht met een kilometerstand van 10. De auto is vervolgens in Duitsland geregistreerd op naam van de bestuurder van de bv en op een adres in Zwitserland. Ongeveer een maand na voormelde aankoop is de Porsche voor het eerst in het Nederlandse kentekenregister geregistreerd op naam van de bv en is er een aangifte BPM gedaan. De auto had toen een kilometerstand van 3.092.

Belanghebbende is bij de aangifte BPM in Nederland uitgegaan van een gebruikte auto (artikel 10 Wet BPM). De Inspecteur heeft zich echter op het standpunt gesteld dat de auto nieuw is en heeft een naheffingsaanslag BPM van € 9.118 opgelegd. Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft de naheffingsaanslag in stand gelaten, waarna belanghebbende hoger beroep heeft ingesteld.

Volgens Hof Den Bosch is er geen sprake van een nieuwe personenauto. Wanneer er ten tijde van de aangifte en registratie in Nederland 3.092 kilometer is gereden, kan er namelijk niet gesteld worden dat de auto niet of nauwelijks in gebruik is geweest.

Let op: dit kan anders zijn indien sprake is van een zogenaamde U-bocht constructie, waarbij het oogmerk tot belastingbesparing de doorslaggevende reden is geweest. In dit geval maakt de Inspecteur dit niet aannemelijk. Enkel het feit dat de periode tussen het tijdstip van aankoop en het tijdstip van registratie in Nederland kort is, is daarvoor onvoldoende. De naheffingsaanslag wordt vernietigd.

Bron: ECLI:NL:GHSHE:2017:3644 (Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 31 Augustus 2017).