Column door Rob Kusters.
We zijn er allemaal mee groot gebracht: de beginselen van democratie. Churchill zei al dat het een slecht systeem is, maar vroeg meteen of er een beter was. “Many forms of Government have been tried and will be tried in this world of sin and woe. No one pretends that democracy is perfect or all-wise”. Waarschijnlijk is het wel daarom dat het zo lang stand houdt. We gaan zelfs zo ver dat we verlangen van andere mogendheden dat ze het democratische gedachtengoed omarmen, anders sluiten wij ze buiten. Zie onze houding jegens Rusland, China en jegens vele Afrikaanse staten. Het democratische dogma is heersend.
Maar onze democratie is aan het einde van zijn levensduur. We houden een referendum over de afschaffing van het referendum. De grote pleitbezorger van dit schijnbaar ultieme democratische instrument, D’66 (Democraten ’66 voor de jongere lezers), mag het ironisch genoeg zelf ten grave dragen. Zowel in Groot-Brittannië (referendum Brexit), Duitsland (formatie) als in Nederland (formatie, referendum Oekraïne) zien we de leiders worstelen met de uitkomsten van het democratisch proces. Omdat de mogelijkheden voor verspreiding van het eigen standpunt zo transparant en toegankelijk zijn geworden door sociale media, zien we dat de aantallen volgers steeds erg dicht bij elkaar liggen. Omdat we zo worden betrokken bij het democratisch proces, vragen we een steeds duidelijker standpunt. Dat zou ook het succes van de politieke flanken kunnen verklaren. De techniek is in hoge mate verouderd, één keer per 4 jaar het rode potlood, totaal buiten de moderne orde. Bedrijven en instellingen meten heel dynamisch het gedrag en de mening van hun doelgroepen. We worden veel meer geraadpleegd door deze organisaties dan door de overheid. Google en Facebook weten meer van ons dan diezelfde overheid.
In deze tijden van campagnes voor gemeenteraadsverkiezingen trekt de democratie weer zichtbaar aan ons voorbij. De billboards met de knappe gezichten van verkiesbare personen mogen wat mij betreft een stuk kleiner. Op basis van de getoonde gezichten raak ik niet echt overtuigd. Die overtuiging neemt nog niet meteen toe als ik me wat meer in de achtergrond van de betreffende persoon ga verdiepen. Het zijn toch vooral ambtenaren, meestal niet met erg verantwoordelijke functies, die op deze wijze een bijverdienste zien gloren. Zijn dat de mensen die mijn mening moeten vertegenwoordigen? Ik ben bereid om toe te geven dat mijn mening niet altijd die van de meerderheid van de bevolking is, maar een verbeterpunt voor de democratie zou toch wel zijn dat we eisen gaan stellen aan de verkiesbare personen. Bij de PVV en het Forum voor Democratie hebben we gezien dat we dat niet aan de partijen kunnen overlaten. Echter is het alleen nog het ouderschap en het lidmaatschap van de gemeenteraad waarvoor je geen diploma’s hoeft te hebben. Daar hebben we dus nog een hoop kwaliteit te winnen. Over dat ouderschap zal ik het later hebben. Voor nu beperkt mijn gedachtevorming zich tot het stellen van eisen aan verkiesbare personen. Ik hoor graag van u welke ideeën u heeft. Ik zal ze optekenen en er in mijn volgende column over rapporteren.
Ga toch maar stemmen, want er zijn vast wel kandidaten bij die voor de toekomstige test zullen slagen. Het zou immers jammer zijn, ondanks dat het zo slecht gaat met de democratie, om het bij de stembus te laten afweten. Of bent u al zo ver dat voor u het systeem overleden is en u met smacht wacht op een nieuw systeem?
0 Comments