Ik lees een artikel in de zaterdageditie van het FD over de recidive bij KPMG. Een van de vier grootste accountantskantoren van de wereld wordt steeds weer geconfronteerd met schandalen als gevolg van een slechte kwaliteit van de controle. Laat ik u verzekeren dat het met de andere drie niet beter is. En al jaren bemoeit iedereen zich er tegenaan met fantastische oplossingen om tot verbetering te komen. De politiek en de beroepsorganisatie denkt natuurlijk in regels. In Den Haag en Amsterdam produceren ze massa’s stukken die ze verspreiden en dan denken ze dat de zaak is opgelost. Hoe naïef kun je zijn?
Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Een terugblik. In de periode 1980-1983 volgde ik de interne opleiding tot Rijksaccountant en in 1983 begon ik met de uitvoering van fiscale controles bij grote en middelgrote bedrijven. In die tijd deden we integrale controles. We zaten weken bij een bedrijf en verzamelden heel veel gegevens uit de boekhouding. Als we kwamen werd je gewassen, geknipt en geschoren. Je volgde daarnaast de accountantsstudie samen met de assistent-accountants van de accountantskantoren, de vinkslaven. Zij vertelden over de wijze waarop de accountantscontrole werd uitgevoerd, althans wat zij ervan begrepen. Er was een sterke hiërarchie binnen die kantoren en aan de assistenten werd echt niet duidelijk gemaakt welk belang hun werk had in het totaal van de controle. Later begreep ik dat zij heel veel detailwerk deden om vast te stellen dat wat het bestuur van de onderneming in de jaarrekening vertelde ook daadwerkelijk gestaafd werd met bewijsstukken in de boekhouding. Simpel samengevat: we controleerden alles. De Rijksaccountant en de openbaar accountant werden alom gerespecteerd, verdienden een nette boterham, en het beroep van registeraccountant stond wereldwijd hoog aangeschreven.
En toen kwamen de Amerikanen. De wereld werd steeds Angelsaksischer. De militaire en economische macht van de Verenigde Staten greep om zich heen en bereikte de haarvaten van alle onderdelen van de samenleving. In Nederland kon het Angelsaksische gedachtengoed snel postvatten, want je kon er meer geld mee verdienen. In andere delen van de wereld zijn mensen minder bereid hun culturele waarden in te ruilen voor dollars, zie zelfs de haat tegen de VS in het Midden-Oosten en Rusland. Nee, wij liepen er met grote stappen achteraan, want we zijn wel belust op geld. De partners van de grote accountantskantoren zagen de astronomische inkomens van hun collega’s in de VS toen de wereld, en ook die van accountantskantoren, globaliseerde. Ze hadden geproefd van de verboden vrucht en het kwaad was niet meer te stoppen.
Hoe deden die Amerikanen dat dan? Ik denk dat hun financiële succes is te danken aan de uitvinding van de risicoanalyse. Die bestond ook wel in onze theorieën, maar dan als ondersteunend en leidend naar accentuering in de aanpak van de controle. Nee, de Amerikanen bedachten een model waarmee je nog maar een paar checks in de boekhouding hoefde te doen en dan kon je de goedkeurende verklaring afgeven. Veel minder werk, geen vinkslaven meer, meer controles in dezelfde tijd, en als je dat niet vertelt aan je klanten verdien je veel meer geld! Partners van Arthur Andersen waren de winnaars op dit gebied. Ze verdienden gemiddeld rond de millenniumwisseling € 450.000 per jaar. Veel partners van accountantskantoren waren regelmatig te vinden in belastingparadijzen en dan niet alleen voor hun klanten, maar zeker ook voor zichzelf. Arthur Andersen is als eerste ten onder gegaan, waarna de big five werd gereduceerd tot big four. Misschien gaat KPMG in 2014 ten onder en praten we straks bij de oliebollen over de big three. Het zal niets uitmaken voor de andere drie, die blijven gewoon dollars jagen.
Ik ben zelf in 1992 afgestudeerd als registeraccountant. We leerden het risicomodel van de Amerikanen én het oerdegelijke Hollandse model. We voerden met elkaar de discussie over de vraag of het risicomodel verantwoord is. Die discussie werd ook in de literatuur gevoerd. Maar de professoren die zich verzetten verstomden snel. De dollars waren dominant. De partners wilden meer, niet minder. Bij de belastingdienst waren we inmiddels ook besmet door het risicomodel. Ik ben er zelf nog missionaris voor geweest. Het motief was anders. Niet meer geld verdienen door de ambtenaren, maar meer en effectievere controles doen met dezelfde capaciteit. We waren best succesvol. Dat succes heeft uiteindelijk geleid tot horizontaal toezicht en dan ben je als dienst te ver gegaan. De uitkering van Toeslagen aan Bulgaren heeft aangetoond dat je de menselijke factor teveel hebt uitgeschakeld. Terug dus naar een eerder herstelpunt, om in Windowstermen te praten.
Hoe nu verder met die accountants? Historisch besef is noodzakelijk. Er is niets meer uit te vinden, we hebben alles al een keer gezien. De accountant is er gekomen in Nederland als gevolg van de Pincoffs affaire aan het eind van de 19e eeuw. Het beroep heeft zich van daaruit tot een wereldstandaard ontwikkeld. Nog vele affaires zijn gevolgd en zullen in de toekomst volgen. De mens is nu eenmaal hebberig en oneerlijk. We moeten terug naar een punt in de geschiedenis waar het goed was. En ons weer Hollands gaan gedragen: alles afchecken, niemand zomaar vertrouwen. Maar het zijn de eigenaren van bedrijven die beslissen hoe het verder gaat. Zij geven vertrouwen aan bestuurders en stellen accountants aan om vast te stellen of dat vertrouwen terecht was. Als zij kunnen leven met de elkaar opvolgende schandalen, dan zal er niets veranderen.
0 Comments