Rechtbank Noord-Holland is het niet eens met Hof Amsterdam wat betreft het belasten van de huur uit het tijdelijk verhuren van een gedeelte van de eigen woning. Dit kan volgens de rechtbank namelijk noch op grond van box 1 noch op grond van box 3 worden belast.
De casus Een vrouw is samen met haar fiscale partner eigenaar een woning. Deze woning is hun hoofdverblijf en is dus een eigen woning in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001. In 2017 verhuurde de vrouw de woning zowel volledig als gedeeltelijk, voor een bedrag van in totaal € 7.001. Bij Rechtbank Noord-Holland is in geschil of de tijdelijke verhuur van een gedeelte van de woning belast is in box 1 of in box 3. Gerechtshof Amsterdam Gerechtshof Amsterdam heeft zich al eerder over de kwestie gebogen en kwam tot het oordeel dat de huur uit het tijdelijk verhuren van een deel van de woning onbelast is. Het tijdelijk verhuurde deel valt dan wel in box 3.
Rechtbank Noord-Holland Rechtbank Noord-Holland is het hier echter niet mee eens. Voor een tijdelijk ter beschikking stellen van een gedeelte van de eigen woning geldt dat de woning het karakter van hoofdverblijf behoudt. Dat een gedeelte van de eigen woning tijdelijk aan een derde wordt verhuurd, maakt niet dat deze ruimte tot de grondslag van box 3 gaat behoren. Op grond van de rangorderegeling is de opbrengst uit de tijdelijke verhuur van een gedeelte van de woning dan in beginsel belast in box 1. De rechtbank is het echter wel met het hof eens dat uit de parlementaire behandeling en de wetsgeschiedenis van de regeling van tijdelijke verhuur van de woning, deze niet van toepassing kan zijn op de tijdelijke verhuur van een gedeelte van de woning. Alleen bij tijdelijke verhuur van de gehele woning geldt de fiscale regeling van tijdelijke verhuur. Ter illustratie wijst de rechtbank op de fiscale behandeling van een werkruimte in de eigen woning. De werkruimte blijft in beginsel onderdeel van de woning, met als gevolg dat de werkruimte fiscaal niet zelfstandig wordt behandeld, maar meeloopt in de fiscale behandeling van de eigen woning. De rechtbank concludeert daarom dat inkomsten uit de tijdelijke verhuur van een gedeelte van de eigen woning niet belast kunnen worden.
Bron: ECLI:NL:RBNHO:2019:6711. Rechtbank Noord-Holland. 14 augustus 2019.
0 Comments