• Opening hours : Monday to Friday from 8:30 to 17:00
Hoe nu verder?

Hoe nu verder?

Het is onmiskenbaar een rottijd waarin we momenteel leven. Er gaat niets meer goed. Mensen komen steeds meer tegenover elkaar te staan, zelfs in kringen waar je je voorheen heerlijk veilig waande, voel je nu spanning. De politiek heeft geen oplossingen meer.

Het democratisch stelsel, dat is verworden tot een versplintering van minderheidsbelangen, functioneert niet meer omdat er alleen maar wordt geluisterd naar het eigen electoraat, zodat het compromis onmogelijk wordt. Veel volksvertegenwoordigers en bestuurders zijn incompetent en trainen zichzelf vooral in het maskeren of wegwuiven van die incompetentie. De vertrouwenskloof is een feit. Vreemd genoeg draait de economie op volle toeren.

Hoe doen ze dat dan in het bedrijfsleven? Marjan van Loon, president-directeur van Shell Nederland, komt bij Jinek uitleggen waarom Shell voor London kiest als enige hoofdkantoor. Ze krijgt kritiek aan tafel, maar pareert die met haar charmante argumenten. Ze is ingenieur en heeft een lange carrière bij Shell moeten doorstaan om op de plek te komen waar ze nu is. Op veel momenten in die carrière heeft ze haar competenties moeten bewijzen. Ze heeft daardoor autoriteit. Maar zij heeft ook de vrijheid om te kiezen voor de strategische keuze waarvan het meeste succes kan worden verwacht. Shell heeft dermate veel invloed dat hun feitelijke bijdrage aan de maatschappelijke vraagstukken veel groter is dan de hele Staten-Generaal bij elkaar. Shell zal uitvoering moeten geven aan de gewenste energietransitie. Shell investeert miljarden in waterstofcentrales. Shell levert uitdagingen voor hoog opgeleiden, maar houdt ook heel veel laagopgeleiden aan het werk.

De Shellfamilie horen wij niet in deze crisis, komt niet in de krant met zeurverhalen, is gewoon hard aan het werk. Met 2G is Shell zeer terughoudend, aldus van Loon. Dat betekent dat ze dit gedoe niet willen.

In het bedrijfsleven gelden wel degelijk democratische beginselen. Medewerkers voelen zich vrij, werkgevers zorgen voor een goed leefklimaat binnen de bedrijven. Veel mensen gaan graag werken, omdat ze in hun werk meer persoonlijke waardering ervaren dan thuis. Werkgevers helpen mensen met de alledaagse zorgen door oplossingen aan te reiken. Die komen niet uit het politieke circus, die bedenken ze zelf.

Natuurlijk hebben mensen belang bij continuïteit, omdat hun eigen boterham ook verdiend wordt uit de collectieve inspanning in het bedrijf. En het werkt. We zien dagelijks beelden van overspannen situaties in ziekenhuizen. Nooit van overspannen situaties in horecazaken of evenementenorganisaties. Die passen zich aan, zoeken naar oplossingen om de crisis door te komen. Ze schalen voortdurend op en af en niemand die er aandacht voor heeft. Hoe krijgt een horecaondernemer dat voor elkaar? En waarom staan de kranten bol van negatieve verhalen over op- en afschalen van IC’s? Als elke IC-medewerker een bonus zou krijgen voor elke nieuwe patiënt zou er een soort van vergelijking met het bedrijfsleven ontstaan. Ondernemers doen dat, die geven hun mensen bonussen voor extra inspanningen en voor het halen van afgesproken doelen. Dat trekt competente mensen aan. Dat voorkomt gezeur. Haal je het niet, dan val je door de mand, vind je de bonus te laag dan verkas je naar een andere werkomgeving. Je gaat niet met een spandoek de straat op, dan kom je nergens meer terecht.

Ik heb jarenlang in een overheidsorganisatie gewerkt. Met mijn positieve instelling was het dagelijks vechten tegen de depressie. De gemiddelde ambtenaar komt in de zeurstand naar zijn werk. Depressies door miskenning van persoonlijke kwaliteiten, van behaalde successen, van oneerlijke promoties van de kontenlikkers, van het succes van incompetentie. Maar ook overschatting van de eigen kwaliteiten. Ik heb ambtenaren zien vertrekken naar het bedrijfsleven, doch binnen 6 maanden huilend gebruik maakten van de terugkeergarantie. Dat zijn nu de managers.

Daar ligt ook de sleutel van het herstel. Aan het verkrijgen van verantwoordlijkheden binnen de overheid en de politiek moeten bewezen competenties worden verbonden. En een adequate beloning. Met de huidige beloning van ministers krijg je mensen als Hugo de Jonge. Mensen die uitrekenen dat het baantje toch meer oplevert dan het baantje als schoolmeester dat ze nu hebben. Als een minister een miljoen per jaar verdient en je maakt dat belastingvrij dan komen er toppers op af. Een minister verdient dan nog altijd minder dan 10% van Marjan van Loon, maar het wordt door kandidaten dan ook geaccepteerd dat ze getest worden op hun competenties. Hugo de Jonge gaat weer terug naar de schoolbank, ook fijn dat zijn gezin weer rust vindt.

De competente minister gaat een gedegen analyse maken van de situatie in de ziekenhuizen. Hij zal de creativiteit van de besturen aanspreken, waardoor constructief naar oplossingen wordt gezocht in plaats van steeds maar te zeuren tegen politiek en media. Als de creativiteit ontbreekt wordt de bestuurder terzijde geschoven, zo gaat dat ook bij Shell. Een Shellmanager die de energietransitie niet aanvaardt, zal de organisatie moeten verlaten. Voor een ziekenhuisbestuurder die niet kan omgaan met de nieuwe werkelijkheid van corona zou hetzelfde moeten gelden. De Jonge kan hem daarop niet aanspreken, omdat die de bal direct teruggekaatst krijgt en in stilte afdruipt. Als Marjan van Loon hem zou aanspreken zou hij na twee pogingen van tegenspraak het loodje leggen en doen wat van hem gevraagd wordt.

Categories : Column Rob
Rob Kusters
Rob Kusters
Author

Rob is senior consultant en specialist in fiscaliteit, strategie en bedrijfseconomie

0 Comments

Post a comment

Your email address will not be made public.